Module Zwemmend Redden
Vervoersgrepen
Vervoersgrepen worden afgestemd op de situatie.
Vaak is de keuze gebaseerd op het gedrag van de
drenkeling.
- Is hij of zij bij kennis of niet
- Is hij of zij gewond of niet
- Is hij of zij in paniek, of juist heel rustig
- Heeft de drenkeling rug of nekletsel
- Is de te overbruggen afstand groot of klein
- Wat zijn de omstandigheden in en van het water
(diep, ondiep, koud, warm, kalm, druk)
Kopgreep
De Kopgreep gebruikt u bij een bewusteloze drenkeling.
U bevindt zich achter de drenkeling en plaatst uw handen
als een soort van kommetjes over de beide oren van de
oren van de drenkeling. U ligt hierbij op uw rug en laat het
hoofd van de drenkeling op uw schouder steunen. U houdt
de drenkeling stabiel, door gebruik te maken van uw
ellenbogen. He hoofd van de drenkeling moet boven water
blijven, zodat hij of zij geen water binnenkrijgt.
Liggend op uw rug, zwemt u met de drenkeling naar de kant.
Okselgreep
De okselgreep past u toe bij een rustige drenkeling.
Deze greep wordt vaak toegepast bij drenkelingen met een
hoofdwond. U bevindt zich achter de drenkeling en plaatst
uw handen onder de beide oksels van het slachtoffer.
Uw duimen rusten tegen zijn of haar schouderbladen.
U plaatst nu uw ellenbogen tegen uw eigen lichaam. Het
hoofd van het slachtoffer laat u nu rusten op uw schouder.
Het gewonde gedeelte van het hoofd ligt nu boven water.
Liggend op uw rug en stuwend met uw benen, zwemt u de
drenkeling naar de kant.
Schoudergreep
De schoudergreep past u toe bij een onrustige drenkeling.
U steekt uw rechterhand tussen de rechterarm en het
lichaam van de drenkeling door, waarna u uw arm buigt en
met uw hand de schouder van de drenkeling omklemt.
Ditzelfde doet u (liefst tegelijkertijd) ook aan de linkerzijde.
Het hoofd van het slachtoffer bevindt zich onder uw kin of
net ernaast. U beweegt uw ellenbogen zo dicht mogelijk
naar die van de drenkeling. Hierdoor ontstaat een soort
hefboom en worden de armen van de drenkeling wijd
gehouden. Deze handeling stelt de drenkeling minder goed
in staat, zich te verzetten.
Zeemansgreep
De zeemansgreep past u toe bij een rustige drenkeling, die
bij kennis is en kunt uitleggen, wat u gaat doen.
U zwemt in rugligging en bevind zich achter de drenkeling.
Nu steekt u de rechterarm onder de rechteroksel van de
drenkeling door en met uw rechterhand grijpt u de kleren
of badpak aan de linkerkant vast. Hierdoor komt de
drenkeling een beetje schuin in het water te liggen. Het
hoofd van de drenkeling ligt op uw rechterschouder. Met uw
vrije linkerarm, kunt u nu extra stuwbewegingen maken,
waardoor het zwemmen naar de kant sneller gaat en minder
vermoeiend is.