Preventiemedewerker

 

Met een cursus Preventiemedewerker voorkomt u gevaarlijke situaties in uw bedrijf.
De cursus preventiemedewerker kan via e-learning en 2 praktijkdagen worden afgerond en is op de branche toegespitst. Er worden u tijdens de training veel praktijkvoorbeelden aangeboden.
Een rondgang op uw eigen werkplek is een essentieel onderdeel voor het kunnen afronden van de training.

Bij de cursus preventiemedewerker moet u denken aan:
- de werkgever bij te staan op het vlak van veiligheid
- uw competenties gebruiken om de veiligheid binnen uw bedrijf naar een hoger niveau te brengen
- inschatten welke opleidingen, trainingen en instructies er nodig zijn in relatie tot de veiligheid in uw bedrijf
- optreden als organisator van de preventie binnen uw organisatie
- de 3 wettelijke taken van artikel 13, paragraaf 7, lid a, b en c van de Arbo-wet 2005 toe te passen
- relevantie kennisbronnen gebruiken, als een algemene basis voor de rol en taken van de preventiemedewerker.

Eisen met betrekking tot de vakbekwaamheid van de preventiemedewerker

1. Het organiseren van de preventie binnen de organisatie:
a. Kennis hebben van regievoeren, evalueren en bijsturen, maar ook van de grenzen van de eigen rol
Functie, taken en bevoegdheden preventiemedewerker
Wettelijke taken van de preventiemedewerker
Organiseren, hoe doe je dat?
Projectmatig werken
Grenzen aan bevoegdheden
Positie van preventiemedewerker binnen organisatie
b. Kennis hebben van het belang en de plaats van preventie in het kader van veranderende sociale zekerheid
Terugtrekkende overheid
Risico-aansprakelijkheid
Verantwoordelijkheid en belang Werkgever
Belang werknemer
c. Draagvlak kunnen creëren voor preventie via motivatie en met oog voor kosten én baten
Goed werkgeverschap
Goed werknemerschap
Realisme
Urgentie
Betrokkenheid van de preventiemedewerker
Zelfwerkzaamheid van de preventiemedewerker
d. Kennis hebben van verschillende modellen en ontwerpen van preventiezorg met betrekking tot arbeidsomstandigheden
Belasting/belastbaarheid
Verzuimpreventie, verzuimbegeleiding, reïntegratie
(Arbo)convenant(en)
Bedrijfshulpverlening
Aangrijpingspunten voor preventie: organisatie, techniek, gedrag
Cyclisch/procesmatig werken
Rol van de Arbeidsinspectie
De kenmerken van de eigen organisatie in voldoende mate kennen om aangrijpingspunten in techniek, organisatie en gedrag te kunnen benoemen (geen toetsterm, dit item niet toetsen)

2. Het leveren van bijstand m.b.t. de RI&E
a. Zorgdragen dat er een deugdelijke RI&E aanwezig is en zo nodig en mogelijk deelnemen aan de uitvoering van de RI&E
RI&E-onderdelen kennen: wat zijn risico’s, wat is inventariseren, wat is evalueren
Kennisgenomen hebben van methodieken: checklists, interviews, observaties, metingen
b. De plaats kennen van de RI&E als onderdeel van de beleidscyclus
RI&E als instrument binnen een beleidskader
c. In staat zijn om een RI&E te beoordelen op wettelijke eisen zoals genoemd in artikel 5 van de Arbo-wet zoals de actualiteitseis
Wettelijke eisen aan RI&E: volledigheid, betrouwbaarheid, actualiteit
Verdiepende RI&E’s
Branche RI&E’s
RI&E toetsen
Rol en werkwijze Arbeidsinspectie m.b.t. RI&E
d. Beoordelen of de RI&E past bij de organisatie (juiste checklist, taalgebruik etc.)
Match tussen RI&E en eigen organisatie
Juiste thema’s, juiste methodieken

3. Adviseren van en samenwerken met belanghebbenden en betrokkenen:
a. Kennen van de principes van rechten en plichten van OR/PVT, werknemers, werkgevers en preventiemedewerkers (in relatie tot de arbeidsomstandigheden)
Kennis hebben van bijzondere rechten en plichten voor OR, PVT en werkgever
Rol van werknemers(vertegenwoordiging) bij maatwerkregeling en vangnetregeling
Belang van CAO-afspraken kennen
b. Kennis hebben van de principes van zorgvuldigheid integriteit en effectiviteit van communiceren, adviseren en samenwerken
Begrijpt het belang en de noodzaak van integriteit t.a.v. persoonsgegevens en bedrijfsinformatie
Snappen dat elke doelgroep specifiek aangesproken moet worden
Bevorderende en remmende factoren kunnen benoemen voor samenwerking
Strategische gevoel voor verhoudingen tonen
c. Samen kunnen werken met interne en externe deskundigen en specialisten
Mee kunnen denken over inschakelen interne/externe deskundigen
Eigen grenzen kennen en daarmee kunnen omgaan

4. Meewerken aan uitvoering van maatregelen:
a. In staat zijn om een voorstel Plan van Aanpak op te stellen en bij te houden
Welke eisen worden gesteld aan een Plan van Aanpak?
Wat is het verschil tussen maatregelen en actiepunten?
Oog hebben voor kosten en baten
b. Kennis van projectmatig en resultaatgericht werken inclusief prioriteitsstellingen
Wat zijn de essenties van projectmatig werken?
Wat is een resultaatverplichting?
Weten wat prioriteitsstelling betekent
In staat om de juiste aanpak te kiezen voor verschillende maatregelen
c. De voortgang van de uitvoering van het Plan van Aanpak kunnen monitoren en hierover kunnen rapporteren
Op de hoogte blijven en overzicht houden van het Plan van Aanpak (PvA)?
Aan wie en hoe rapporteer je of de stand van zaken (stavaza) van PvA?
d. Kennis hebben van voorlichten, instrueren en toezicht houden
Benoem leerprincipes van informeren, adviseren en instrueren
Hoe rond je een instructie af?
Weten in welke situaties toezicht noodzakelijk is
e. Kennis hebben van beschermingsniveaus
Bijvoorbeeld de arbeidshygiënische strategie

5. Vraagbaakfunctie t.a.v. preventie voor werkgever en werknemer
a. De preventiemedewerker kent de weg naar de belangrijkste informatiebronnen voor de uitvoering: internetsites, boeken, tijdschriften, instituten, branches, arbo-convenanten, deskundige personen en organisaties, opleidingen en subsidieregelingen. Laten zien, dat er meerdere zoekstrategieën zijn
b. Actief ontwikkelingen blijven volgen (niet toetsen; geen eindterm).

Neem contact op met onze opleidingsadviseur.